Liturgical fragments in NL-Hs |
The printed missal for the Benedictines of the Congregatie van Bursfeld NL-Hs 165 A 10, since 1541 property of Egmond abbey, has flyleaves from a breviary. As the leaves are used in an imprint from Egmond abbey, they may be taken from a breviary from the abbey. According to Margriet Hülsmann the penwerk is in Haarlem style and dates ca 1470.
Mail van Margriet Hülsmann, 20 febr. 2002: Beste Ike,
Zie Kriezels, nrs. 67 en 68. Het gaat om penwerk dat we de naam 'grof
blad/wimper' hebben gegeven, een naam waar ik niet helemaal blij mee
ben, omdat mij later bleek dat het zogenaamde 'grove blad' (vrij breed
en met dikke nerven: zie met name nr. 68, links naast de tekst) in
latere variant veel smaller wordt en dus ook fijner. In een klein handschriftje in de UB Amsterdam bevindt zich hetzelfde penwerk (VIII D 26; 100 x 75 mm). Mede dankzij dit boekje wordt het penwerk in Haarlem gelokaliseerd. In het boekje wordt Bavo 'onse patroen' genoemd. Ik zal je een kopie sturen van de door mij gemaakte tekeningen van het penwerk in dit boekje, sterk uitvergroot (dat ging vanzelf, kijkend naar het kleine formaat), omdat daar ook dat dikke ondersteunende motief, onder het blad, voorkomt (op jouw foto ook onder het blad). Wat je helemaal onderaan ziet - die twee door elkaar lopende, bochtige lijnen - is mogelijk een afgeleide van het zgn. 'fonteinen'-penwerk (Haarlems). De vorm zoals je die hier ziet - de lijnen door elkaar heen met stekeltjes erop in plaats van hechtingen die de lijnen aan elkaar verbinden - komt met name voor in een Psalter dat enkele jaren geleden werd aangekocht door de UB Leiden, Ltk. 2206. VIII D 26 is dateerbaar aan de hand van de Paastabel, een lijst waarin per jaar wordt aangegeven wat de zondagsletter van dat jaar is en hoeveel weken de 'afterwinter' is. Zo'n tabel is een variant van en veel sneller te lezen dan de computistische cirkels waarmee je de zondagsletter en het gulden getal kunt berekenen, en vervolgens de datum waarop Pasen valt. De tabel begint bij het jaar 1467. Gewoonlijk gaat men ervan uit dat het boekje dan in dat jaar geschreven zal zijn, of kort daarna. Ik heb echter gemerkt dat het ook heel goed al in het jaar ervoor, dus 1466, geschreven kan zijn. Als het boekje namelijk na Pasen geschreven is en de tabel wordt goed aangepast bij het overschrijven van het voorbeeld, dan is het niet meer nodig om aan te geven wat de gegevens zijn voor de berekening van de Paasdag, die immers al geweest is. In Cambridge, Queens' College, is een getijdenboek waarin zowel het jaar van afschrijven staat als zo'n tabel, en deze begint inderdaad bij het volgende jaar, 1454. Het boekje werd voltooid op de dag voor St. Augustinus ('sinte augustijns avont': 27 augustus) in 1453. En op dat moment was Pasen van dat jaar al verleden tijd. Kortom, het blad is volgens mij te dateren omstreeks 1470, of als je wilt, ca. 1465-1470. Ik denk meer aan ca. 1470 vanwege die gebogen lijnen die eronder bengelen. |