Breda: Catharinadal

Premonstratensian women's convent. Its early history is unclear, but legend says that it was founded around 1250 by Lord Servatius van Liedekerke and his wife Ymezoete to create a convent for their 7 daughters. It was founded in Vroenhof near Wouw (near Roosendaal). In 1271 it joined the premonstratensian order, and in the same year it came under protection of the Lord of Breda. As in 1288 the buildings were damaged by a flood (Sint-Aagtensvloed), the nuns moved to Breda in 1295. In the 17th century Catharinadal moved to the castle De Blauwe Camer just outside Oosterhout.

Manuscripts

Bezoek maart 2001: De zusters willen graag stilte over hun handschriftenbezit bewaren.

Ms 94. Graduale. Achterin: Dit boeck hoort toe het clooster van Ste Catharine dale binnen Breda, orde van Premonstreyt, AD 1618. Vermoedelijk laat 15e- of begin 16e eeuw. Het handschrift bevatte oorspronkelijk 2 soorten muzieknotatie: Lotharingse notatie en kwadraatnotatie, beide op inktlijnen. Het begin heeft Lotharingse notatie; in het processiedeel (p. 381) komt de kwadraatnotatie en het wisselt elkaar nog wel vaker af (p. 387, p. 408, p. 428). De originele muzieknotatie is op veel plaatsen overgeverfd en vervangen door kwadraatnotatie; deze nieuwe hand heeft de balken en de omtrekken van de noten met bruin getrokken en vervolgens zijn de noten met zwart opgevuld (op p. 94 zijn ze nog opengelaten). Het vervangen van de muziek heeft wellicht te maken met een aanpassing aan de nieuwe stijl na de hervorming van het Concilie van Trente in de 16e eeuw; althans, de nieuwe melodieën zijn soms beduidend korter dan de oude. Er staan hier en daar correcties in de tekst door een 17e-eeuwse hand, mogelijk dezelfde die de bezittersaantekening achterin heeft geschreven (?).
Hier en daar zijn Middelnederlandse aantekeningen van een 17e-eeuwse (?) hand: p. 49: Op asdag tot het wijwater; p. 51: knielt; p. 231 in de ondermarge, p. 310 etc. Op p. 417 staat een Nederlandse aantekening in de originele hand: Dit is tonrecht Luystert. Ook zijn er jongere bladen, die naderhand ingevoegd zijn (pp. 135 e.v.: Goede Week; p. 327 e.v.: Naam Jezus, Norbertus, e.a.)
P. 1: Temporale (1e Adventszondag).
P. 223: Sanctorale (Lucie virginis et de reliquis sanctis per totum annum)
P. 224: Autbertus; p. 265: Johannes de Doper; p. 28 Gaugericus
P. 335r is overgeplakt, maar het papier is (op enkele randjes na) weer verwijderd. De perkamenten bladzij bevat een sequentia waarvan het begin ontbreekt: Hic a summo presule directus ad galliam non gentis incredule veretur insaniam. Gallorum apostolus venerat lutheciam quam tenebat subdolus hostis velud propriam; dit is een deel van Gaude prole grecia voor Dionysius. Op f. 337 volgt Lauda syon.
P. 314: Begin van de communia
P. 369: Kyriale
P. 381: Processiedeel. Het begint met processiegezangen voor de Advent.
P. 431: Kerkwijding; 433: requiem; 438: de s. Maria
P. 445: Sequentiarium, te beginnen met In adventu domini de sancta maria & in annuntiacione: Salve porta perpetue. Dan Letabundus, Jubilemus, Eya recolamus. Vanaf p. 481 zijn een aantal pagina's met sequentia's overgeplakt; er is niet te zien wat hier onderstaat, en dat is jammer want deze sequentia's zouden wel eens een indicatie kunnen geven voor het klooster waar het handschrift vandaan komt. Daarna volgt weer een aantal sequentia's vanaf het feest van Michael.
Het schutblad achterin is een blad van een ander handschrift. Op de plakzijde van het schutblad onderaan is een klein stukje mensuraalnotatie te zien met een kerstliedje ((niet helemaal leesbaar): Puer nobis nascitur rector angelorum / In hoc mundo pascitur. Er is maar één stem. Er staan op de bovenste helft ook nog wat Benedicamus-tropen; slecht te lezen, waarschijnlijk éénstemmig, maar dat is niet goed te zien. De tropen zijn: Benedicamus flori orto ex stirpe yesse en Benedicamus in laude ihesu ....

Hs 92. Graduale: 16e eeuw, initialen met goud, kwadraatnotatie op rode lijnen; op eendere wijze als hs 94 overgeverfd en opnieuw getrokken, maar dan met rode notenbalken. Het wijkt inhoudelijk niet zeer af van het vorige, maar het is minder compleet (minder sequentia's).

Hs 93. Antifonale-winterdeel. Voorin: Dit boeck hoort toe het clooster van Ste Catharine dale binnen Breda, orde van Premonstreyt, AD 1618. 16e eeuw. Hier en daar wat goud in de initialen. Kwadraatnotatie op rode lijnen.
P. 324: sanctorale (Catharina)
P. 432: na enkele overgeplakte vellen komen de invitatoriumspsalmen
P. 453: vigiliae mortuorum
P. 463: communia
P. 538: begin van een hymnarium (3 folia)
(Plange quasi virgo: 7e modus, p. 317)

Hs 97. Graduale: 16e eeuw. originele handen: kwadraatnotatie of Lotharingse notatie op rode lijnen. Grote stukken zijn overgeverfd met wit, net als in de bovenstaande handschriften.

Literature

Kasteel De Blauwe Camer - Norbertinessenklooster Sint-Catharinadal (Nederlandse Kastelen Stichting 1984)


Home

Last change: Tue 01 January 2002